Project Maas2050 - veelgestelde vragen
Heeft u vragen? Neem contact op via 088 – 88 90 100 of stuur een mail naar [email protected].
- Over welke dijken gaat het? Welke dijken moeten er allemaal versterkt worden?
In Limburg hebben we 185 kilometer aan primaire keringen langs de Maas. Op dit moment werken we binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) van Waterschap Limburg (HWBP WL) aan het op orde brengen van 54 kilometer dijken. Bekijk de huidige projectenkaart. Maar daarna zijn we dus nog niet klaar. Om ervoor te zorgen dat alle Limburgse dijken langs de Maas in 2050 voldoen aan de nieuwe waterveiligheidseisen van 2017 moeten we vóór 2050 nog 121 kilometer dijk versterken, boven op de opgave van het lopende HWBP. Per gemeente hebben we deze genoemde restopgave inzichtelijk gemaakt in factsheets.
- Wat doet het waterschap om het risico te beperken totdat de dijken zijn versterkt conform de nieuwe veiligheidsnormen?
In 2017 zijn er in de wet nieuwe veiligheidsnormen opgenomen voor dijken. Daarin staat dat in 2050 alle dijken in Nederland moeten voldoen aan de ondergrens uit deze wet. Elke twaalf jaar gaan alle dijken door een soort APK om te checken of ze aan die norm voldoen. Dijken die niet aan de ondergrens voldoen of waarbij de ondergrens in zicht komt, komen voor versterking in aanmerking. Vervolgens maken we ontwerpen en bouwen we dijken die rekening houden met waterstanden die over vijftig of honderd jaar optreden. Dit met als doel dat we de keringen niet snel nogmaals moeten aanpakken, maar dat de dijken voor een lange periode weer tegen een stootje kunnen.
In de tussentijd inventariseren we alle locaties waar we, binnen onze verantwoordelijkheid, op korte termijn kleinschalige beheermaatregelen kunnen treffen of noodmaatregelen kunnen voorbereiden, om de kans op wateroverlast in de periode tot aan dijkversterking te beperken. Zo nemen we als waterschap onze verantwoordelijkheid met tijdelijke maatregelen tot het moment van versterking.
-
Wanneer gaat de schop de grond in? Hoe ziet het vervolg eruit? Wat nu?
Omdat we niet alle trajecten tegelijkertijd aan kunnen pakken, hebben we heel zorgvuldig een langetermijnaanpak bedacht met daarin ook een volgorde waarin we de dijken willen aanpakken. Dit wordt nu in de meerjarenbegroting van het waterschap verwerkt en is het startpunt voor de gesprekken met onze landelijke partners, zoals het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma die over de toekenning van landelijke financiering beslist. Als deze financiering rond is, kunnen de projecten worden opgestart. De ervaring leert dat een dergelijk dijkversterkingsproject een looptijd kent van zo´n 6 tot 10 jaar.
In onze langetermijnaanpak starten we, dus onder voorbehoud van de toekenning van de financiering, de komende 10-15 jaar met de dijktrajecten Venlo, Vierwaarden*, Maastricht*, Roermond, Gennep en de noordelijke sector, de dijken bij Roosteren.
*Deze dijktrajecten maken onderdeel uit van de landelijke IRM pilots Vierwaarden en Maasoevers en Aanpak Vaarweg Maastricht.
- Wat bedoelen jullie met ‘dat andere partners ook (financiële) verantwoordelijkheid nemen’?
Het waterschap heeft de wettelijke taak om te zorgen voor sterke dijken. Een dijkversterking betekent voor veel Limburgers een heftige ingreep in hun omgeving. Daarom willen we het -als een gebied toch op de schop gaat- meteen goed doen. Dat betekent dat we graag onderzoeken hoe we tegelijk met de dijkversterking een gebied aantrekkelijker kunnen maken. Bijvoorbeeld door kansen aan te grijpen voor natuurontwikkeling, economische ontwikkeling of recreatie. Dat vraagt een slim samenspel van alle betrokkenen, waarbij ook andere partijen geld beschikbaar maken om niet alleen de dijk te versterken, maar ook andere opgaven in een gebied te realiseren.
- Staat uw vraag er niet tussen?
Neem een kijkje tussen de algemene veelgestelde vragen.