Begrippenlijst
Je bouwt een dijk dan in verschillende stappen, waarbij je op meer momenten de dijk moet versterken om te voldoen aan de dan geldende veiligheidsnorm. Dit betekent dat je in stappen meegroeit met de benodigde waterveiligheidsopgave. Gezien de vaak grote impact van een dijkversterking op de omgeving en de omvang van de totale waterveiligheidsopgave in Limburg wil het waterschap niet te vaak terug moeten komen voor een volgende dijkversterking. Daarnaast zijn de (levensduur)kosten van adaptief bouwen hoger. Daarom wordt adaptief bouwen op een gericht aantal locaties overwogen. Op andere locaties wordt adaptief bouwen niet toegepast.
Gebied aan de landzijde van de dijk.
Gebied aan de kant van de Maas, de rivierzijde van de dijk.
De onafhankelijke Commissie m.e.r. is bij wet ingesteld en adviseert over de inhoud en de kwaliteit van milieueffectrapporten. Zij stelt voor ieder project een werkgroep samen van onafhankelijke deskundigen. De Commissie schrijft geen milieueffectrapporten, dat doet de initiatiefnemer. Het bevoegd gezag - in dit geval de provincie Limburg - besluit over het project. Zie voor meer informatie over de Commissie m.e.r. www.commissiemer.nl en voor het advies onder 'Afgeronde adviezen'.
De plaats waar de dijk komt te liggen.
Bij een dijkverlegging wordt een bestaande dijk op een andere plek gelegd. Dit kan verschillende redenen hebben, zoals het creëren van meer ruimte voor de Maas.
Bij een dijkversterking wordt een bestaande dijk opgehoogd en/of versterkt.
Een waterkering kan op meerdere manieren bezwijken (falen). Denk aan piping, afschuiving, maar ook doordat de kering te laag is. Dit noemen we faalmechanisme. De faalkansbegroting is de vertaling van de wettelijke norm naar een ontwerpeis per faalmechanisme. Per dijktraject wordt deze faalkansbegroting zo ingesteld dat een optimaal vormgegeven waterkering ontstaat.
Een waterkering kan op meerdere manieren bezwijken (falen). Denk aan piping, afschuiving, maar ook doordat de kering te laag is. Dit noemen we faalmechanisme.
Onderzoek is een noodzakelijke stap tijdens een dijkversterking. Indien u niet wenst mee te werken, kan het waterschap daarom een gedoogplicht opleggen. Dat wil zeggen dat het waterschap zonder toestemming de onderzoeken kan uitvoeren. Uiteraard probeert het waterschap altijd eerst in goed overleg afspraken te maken over het betreden van de percelen. Bekijk de factsheet Gedoogplicht bij voorbereidende onderzoeken (pdf, 2.2 MB).
Gronden die door hun hoogteligging niet de bescherming van een dijk nodig hebben.
Bij hoogwater staat het water in de rivier zo hoog dat dit kan leiden tot overstromingen. Na de hoogwaters in 1993 en 1995 is hard gewerkt aan de beveiliging tegen Maashoogwater. Waterschap Limburg blijft werken aan sterke dijken in heel Limburg om zo te bouwen aan een goede hoogwaterbescherming voor de toekomst.
Bekijk het Hoogwaterjournaal met Mark van Welzenis op YouTube. Hij gaat onder andere langs in Well waar hij oud-schooldirecteur Ger Smits spreekt.
Een grondlichaam en/of constructie die water tegenhoudt, bijvoorbeeld een dijk.
Een voorspelling van het mogelijke klimaat in de toekomst. Deze is afhankelijk van meerdere factoren zoals de verandering van de temperatuur. Het KNMI heeft voor de toekomstige ontwikkeling van het klimaat verschillende scenario’s opgesteld. Het waterschap hanteert voor het einde van de ontwerplevensduur het W+ scenario. Indien adaptief bouwen wordt overwogen, kan naar het eindbeeld toegegroeid worden op basis van de lichtere variant: het G-scenario.
Dit is een kaart waar de kering op staat aangegeven, inclusief het gebied waarbinnen de regels van het waterschap van toepassing zijn. De ligging en het ontwerp van de kering uit het projectplan zijn de basis voor de legger.
Een Milieueffectrapportage brengt de milieugevolgen van een plan in beeld voordat er een besluit wordt genomen over dat plan. Specifiek voor dijkversterkingen gaat dit over de milieugevolgen van de verschillende alternatieven die met elkaar worden vergeleken. De resultaten van dit onderzoek worden gepubliceerd in een rapport, het MER.
Waterschap Limburg probeert gronden die nodig zijn voor de dijkversterking of -verlegging zo veel mogelijk op minnelijke basis aan te kopen. Dat wil zeggen dat vrijwillig overeenstemming wordt bereikt over onder andere de aankoopprijs en de vergoeding.
Na het indienen van zienswijzen, worden deze beoordeeld. De formele, inhoudelijke terugkoppeling op de zienswijze noemt men een Nota van Antwoord.
De beoogde periode waarin het ontwerp van een kering voldoet aan de gestelde norm. In de praktijk is het gebruikelijk om voor een groene dijk een ontwerplevensduur van 50 jaar te hanteren. Voor een constructie is dit doorgaans 100 jaar.
Het water dat bij extreem hoogwater over de dijk komt door de hoge waterstand in combinatie met golven. Waterschap Limburg gaat op de meeste locaties uit van een zo optimaal mogelijk debiet van 5 l/s/m.
Piping is een belangrijk faalmechanisme bij dijken. Hierbij stroomt water via een zandlaag onder een dijk door en komt achter de dijk weer omhoog. Hierdoor kan een wel ontstaan. Na verloop van tijd kan het water zand meevoeren en begint er een kanaal (pipe) onder de dijk te ontstaan. Als dit proces langer doorgaat, vormt zich een doorgaande verbinding tussen het buitenwater en het achterland en kan bij uitslijting van het kanaal de dijk instorten.
Dit is een fase in een dijkversterkingsproject. Lees hier meer over Fasen en inspraakmogelijkheden en download de visual Dijkversterkingsproces in 3 fasen (pdf, 60 kB).
In de planuitwerkingsfase werken we het voorkeursalternatief verder uit tot een ontwerp-projectplan. Dit plan moet worden goedgekeurd en er moeten vergunningen voor worden afgegeven. Belanghebbenden kunnen formeel reageren door een zienswijze in te dienen. Daarna neemt het bestuur van het waterschap een besluit. Waar nodig wordt grond aangekocht en we bereiden de aanbesteding van de bouw voor.
Hierbij gaat het om de helling van het talud of de vorm van een constructie. Het profiel of de vorm van een kering heeft effect op de golfoverslag en daarmee ook op de hoogte van de dijk. Gebruikelijk is vanuit het oogpunt van beheerbaarheid om voor een groene dijk hellingen te hanteren met een verhouding van 1 op 3 en voor een constructie een verticale wand.
Met ingang van 2022 is landelijk de nieuwe Omgevingswet van kracht. Deze wet vervangt 26 bestaande wetten tot één wet met één samenhangend stelsel van planning, besluitvorming en procedures.
Het (Ontwerp) Projectplan Waterwet (zie de toelichting van dit begrip hieronder) wordt dan (Ontwerp) Projectbesluit Omgevingswet.
Het waterschap werkt het voorkeursalternatief (VKA) voor de dijkversterking uit tot een ontwerp projectplan Waterwet. Dit plan en de bijbehorende vergunningen en de legger gaan in procedure. Dat wil zeggen dat belanghebbenden dan formeel kunnen reageren op de plannen. Daarna wordt het projectplan Waterwet vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van het Waterschap en vervolgens goedgekeurd door het college van Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie.
Lees meer over de Waterwet op www.overheid.nl.
Dit is een fase in een dijkversterkingsproject. Lees hier meer over Fasen en inspraakmogelijkheden en download de visual Dijkversterkingsproces in 3 fasen (pdf, 60 kB).
In de realisatiefase gaat na grondverwerving en aanbesteding het werk buiten echt beginnen. De schop gaat in de grond. Hiervoor werkt het waterschap samen met deskundige bouwbedrijven. We noemen dit ook wel de uitvoeringsfase.
Het stroomgebied van de Maas. Daar waar het water niet alleen onder normale omstandigheden, maar ook tijdens extreem hoogwater kan komen.
De waterstanden die we als uitgangspunt nemen voor het ontwerp van een dijk. Het is gebruikelijk om de huidige situatie en het effect van toekomstige rivierverruimende maatregelen die nog worden uitgevoerd mee te nemen als uitgangspunt. Niet het waterschap, maar het Rijk bepaalt welke maatregelen wel of niet meegenomen worden.
In opdracht van de minister van I&W voeren we een aantal dijkverleggingen uit om zo veel mogelijk rivierbed te behouden voor de Maas.
Lees meer over de systeemmaatregelen en bekijk de animatie.
Dit is een fase in een dijkversterkingsproject. Lees hier meer over Fasen en inspraakmogelijkheden en download de visual Dijkversterkingsproces in 3 fasen (pdf, 60 kB).
Samen met belanghebbenden verkennen we het gebied, de opgave, knelpunten en kansen. In deze fase is er ruimte voor ideeën en oplossingen. De kansrijke oplossingen werken we in overleg met belanghebbenden verder uit. Dat leidt tot het plan dat de voorkeur heeft: de zogenoemde voorkeursalternatief.
Het waterschap verkent samen met de omgeving het gebied, de opgave, knelpunten en kansen. Vervolgens worden alternatieven bedacht voor het versterken van de dijk. Hieruit wordt, na het zorgvuldig afwegen van deze alternatieven vanuit meerdere belangen (pdf, 213 kB), een voorkeursalternatief gekozen. Dit wordt vaak afgekort tot VKA.
De minimale veiligheidsnorm waaraan een kering moet voldoen om een gebied te beschermen tegen hoogwater. Het waterschap gaat uit van de wettelijke norm zoals opgenomen in de Waterwet. Dit is een vaststaand gegeven. Lees meer over de wettelijke waterveiligheidsnormen.