Veelgestelde vragen over fasen en inspraak
Een dijkversterking heeft normaal gesproken drie fasen: verkennen, plan (ontwerp) uitwerken en realiseren.
Samen met belanghebbenden verkennen we het gebied, de opgave, knelpunten en kansen. In deze fase is er ruimte voor ideeën en oplossingen. De kansrijke oplossingen werken we in overleg met belanghebbenden verder uit. Dat leidt tot het plan dat de voorkeur heeft: de zogenoemde voorkeursvariant.
In de planuitwerkingsfase doorlopen we een aantal wettelijke procedures. Bij elke procedure is het mogelijk om schriftelijk te reageren (dit noemen we ‘inspraak’ of ‘inspreken’). De volgende procedures kunnen in een project aan de orde komen.
- Projectplan voor de verbetering van een dijk (technisch, inhoudelijk, procesmatig en financieel). Iedereen kan hierop inspreken.
- Milieu-effectrapportage (MER-rapport). Hierin zijn de gevolgen van een plan voor het milieu in kaart gebracht. Belanghebbenden kunnen hierop inspreken.
- Verschillende omgevingsvergunningen (onder andere met betrekking tot natuur, ruimtelijke ordening/ planologie). Het waterschap vraagt deze aan bij gemeente, Provincie of Rijk. Deze worden gezamenlijk door deze overheden gepubliceerd. Iedereen kan hierop inspreken.
We publiceren de (concept)besluiten en plannen en deze liggen ter inzage in het waterschapshuis in Roermond, bij de Provincie Limburg en de betreffende gemeente.
We werken de voorkeursvariant verder uit tot een ontwerp-projectplan. Dit plan moet worden goedgekeurd en er moeten vergunningen voor worden afgegeven. Belanghebbenden kunnen formeel reageren door een zienswijze in te dienen. Daarna neemt het bestuur van het waterschap een besluit. Waar nodig wordt grond aangekocht en we bereiden de aanbesteding van de bouw voor.
Na de planuitwerkingsfase volgt de realisatiefase. De werkzaamheden die we uitvoeren kunnen impact hebben op natuur, bodem, water, landschap, cultuurhistorie, archeologie, woon-, werk- en leefmilieu. Daarom stemmen we de werkzaamheden ook tijdens de uitvoering actief af met de omwonenden, bedrijven en organisaties in de omgeving. Tijdens de planvoorbereiding en bij het verlenen van vergunningen werken we nauw samen met Rijkswaterstaat, Provincie Limburg en de Maasgemeenten.
Om ervoor te zorgen dat de dijken stevig zijn en blijven na de aanleg of versterking, moeten we ze goed kunnen inspecteren en maaien of begrazen. Daarom zien we erop toe dat een dijk goed toegankelijk is zodat we er bij kunnen met onderhoudsmaterieel en vee. Ook maken we afspraken met perceeleigenaren over de begroeiing van de dijken en handhaven we de regels die gelden op en langs de dijk.