Vraag en antwoord droogte
Het waterschap kijkt vooral naar de grondwaterstanden, de afvoer in onze beken en het neerslagtekort. Als er sprake is beginnende droogte treed het Bestrijdingsplan Droogte in werking.
Het beheersgebied is verdeeld in twee regio’s: Noord- en Midden-Limburg en Zuid-Limburg. Voor elk gebied is een lijst met referentiebeken samengesteld. Zodra meer dan 50% van deze beken onder de basisafvoer komt en er tevens aanhoudende droogte voorspeld wordt, is dat het moment om het onttrekkingsverbod oppervlaktewater in te stellen.
We raden u aan om uw vee niet uit beken te laten drinken. Door de droogte kan de waterkwaliteit verminderen. In het beekwater kunnen ze blauwalgen en eventueel gifstoffen voorkomen. Door het water te drinken maar ook als ze na het zwemmen hun vacht droog- en schoonlikken. Kunnen ze hiermee in aanraking komen. Deze stoffen kunnen ervoor zorgen dat het vee ziek wordt.
Klachten kunnen zijn: sloomheid en zwakte; braken en diarree, trillen, geelzucht, blauwe slijmvliezen of in ernstige gevallen shock en overlijden.
Dit is afhankelijk van het type onttrekkingsverbod. In eerste instantie hebben agrariërs met kapitaalintensieve teelten, zoals fruit- en groenteteelt, bloemen- en plantenteelt, een ontheffing voor het onttrekken van water uit beken. Daarnaast maken agrariërs gebruik van onttrekkingen uit het grondwater, wat ook is toegestaan.
Ja, dat mag. Als iedereen op een verstandige manier met water omgaat, dan blijft er voldoende water uit de kraan stromen. Onze partner Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) heeft een website opgesteld met tips en tricks om verstandig om te gaan met water. Bekijk de website van WML.
We raden u aan om uw hond niet uit beken te laten drinken of in te zwemmen. Door de droogte kan de waterkwaliteit verminderen. In het beekwater kunnen ze blauwalgen en eventueel gifstoffen voorkomen. Deze zijn gevaarlijk voor dieren. Vooral honden die zwemmen kunnen veel water binnenkrijgen. Doordat de hoeveelheid water die ze binnenkrijgen via hun bek groot is ten opzichte van hun lichaamsgewicht, kan dit tot gezondheidsklachten leiden. Honden kunnen er zelfs aan dood gaan. Ook dieren die na het zwemmen hun vacht droog- en schoonlikken, kunnen klachten krijgen.
Klachten kunnen zijn: sloomheid en zwakte; braken en diarree, trillen, geelzucht, blauwe slijmvliezen of in ernstige gevallen shock en overlijden.
Het onttrekkingsverbod is van toepassing op alle beken in het werkgebied van Waterschap Limburg. Een overzicht van alle kaarten en meetgegevens vind je hier.
We raden mensen die in natuurwater willen zwemmen met klem aan, om dit alleen te doen in de aangewezen zwemlocaties. Deze worden regelmatig gecontroleerd door het waterschap, op veiligheid, hygiëne en waterkwaliteit. Voor actuele informatie over veilige zwemlocaties in natuurwater verwijzen we naar www.zwemwater.nl of download de Zwemwaterapp (via Google Play Store of App Store). Op andere plekken dan de aangewezen zwemlocaties kan de waterkwaliteit van beken, vennen en vijvers ernstig verslechterd zijn als gevolg van de warmte en de lagere waterstanden met alle (gezondheid)risico’s van dien.
Ook kan er blauwalg ontstaan. Wanneer mensen of dieren in contact komen met water waarin veel toxische blauwalgen voorkomen, kunnen zij daarvan gezondheidsklachten ondervinden. Deze klachten zijn jeuk, huiduitslag, maagdarmklachten, hoofdpijn, oog- en oorpijn, afnemende activiteit, duizelig, ademhalingsproblemen en kramp. De waterschappen adviseren dan ook om contact met water, waarin zich drijflagen bevinden. te vermijden. Dit geldt overigens ook voor huisdieren. Bij onverhoopt contact wordt geadviseerd de betreffende lichaamsdelen goed af te spoelen.
Waterschap Limburg krijgt regelmatig meldingen van dode vissen. Door warm zomerweer stijgt de temperatuur van het water in de sloten. In warm water zit minder zuurstof.
Door het warme weer groeien bepaalde planten en algen sneller. Overdag produceren deze algen zuurstof, maar in de nacht gebruiken zij zuurstof. Bij de hoge(re) temperaturen verloopt het afbraakproces van dode planten sneller. Dit vraagt ook veel zuurstof. Deze natuurlijke processen zorgen er voor dat het zuurstofgehalte gedurende de dag en de nacht flink kan wisselen. Indien het zuurstofgehalte te ver daalt, treedt vissterfte op.
Onze medewerkers monitoren de ecologisch waardevolle beken. Als we merken dat de vispopulatie het moeilijk krijgt door de hoge watertemperatuur, proberen we zoveel mogelijk vissen te verhuizen naar plekken waar nog wel voldoende water is.
Wel houden we als waterschap rekening met de klimaatverandering en de verandering in droogte- en wateroverlast periodes. Meer informatie over droogte vind je hier.
Blauwalgen of blauwwieren zijn cyanobacteriën die eruit zien als wier. Blauwalgen zitten van nature in elk oppervlaktewater, maar bij hoge temperaturen kunnen de blauwalgen tot bloei komen en blauw-groene en/of rode drijflagen vormen. Wanneer mensen of dieren in contact komen met water waarin veel toxische blauwalgen voorkomen, kunnen zij daarvan gezondheidsklachten ondervinden. Deze klachten zijn jeuk, huiduitslag, maagdarmklachten, hoofdpijn, oog- en oorpijn, afnemende activiteit, duizelig, ademhalingsproblemen en kramp. De waterschappen adviseren dan ook om contact met water, waarin zich drijflagen bevinden. te vermijden. Dit geldt overigens ook voor huisdieren. Bij onverhoopt contact wordt geadviseerd de betreffende lichaamsdelen goed af te spoelen.
Wat doet het waterschap?
Het waterschap controleert in de zomer de zwemwaterkwaliteit van verschillende recreatieplassen. Daar hoort standaard de controle op blauwalgen bij. Wordt een drijflaag van blauwalgen ontdekt, dan laat het waterschap een onderzoek verrichten. Wanneer de vastgestelde waarden worden overschreden, geeft het waterschap een waarschuwing uit.
Zwemwaterinformatie is ook te vinden via de website www.zwemwater.nl.
Heeft u een melding over watervervuiling of een onveilige situatie bij een van onze officiële zwemlocaties in oppervlaktewater, bel dan de Meldkamer Water: 0800-0341.
Een langdurige droge periode kan schadelijk zijn voor bomen, planten, dieren en gewassen op het land. Maar ook houten fundering van gebouwen. Door de sterke verdamping, zakt ook het grondwaterpeil en kunnen de wortels van bomen en planten op termijn niet meer bij het water. Met droogvallen van sloten en plassen, droogt het leefgebied van vissen, waterdieren en amfibieën letterlijk op. Warm water heeft een lager zuurstofgehalte en dat kan leiden tot vissterfte. Ook neemt in warmer water de concentratie van opgeloste stoffen en bacteriën toe en kunnen botulisme en blauwalg ontstaan.
Onder kapitaalintensieve teelten wordt verstaan de volgende teelten:
- Bedrijfsmatige boomteelt
- Bedrijfsmatige fruitteelt (hard- en zachtfruit)
- Bedrijfsmatige bloemen- en plantenteelt
- Bedrijfsmatige groententeelt (bv. asperges, prei, kool, uien)
Reguliere akkerbouwteelten zoals aardappelen, suikerbieten, snijmais, graan en ook grasland (inclusief graszoden) worden niet als kapitaalintensieve teelt aangemerkt.
- We zetten alle stuwen in de zomerstand, zodat er meer water wordt vastgehouden. We passen waar mogelijk het maaibeheer aan en maaien minder waar dat kan. Daardoor is de begroeiing in beken hoger, waardoor water ook wordt vastgehouden.
- De aangewezen zwemlocaties worden extra in de gaten gehouden.
- De dijkinspecteurs schenken extra aandacht aan droogte-effecten zoals scheurvorming in de reguliere inspecties.
- Op sommige locaties maken we tijdelijke ''stuwen'' met bijvoorbeeld zandzakdammen.
Het waterschap werkt samen met Rijkswaterstaat, gemeenten, natuur- en terreinbeheerders, de Limburgse Land en Tuinbouw Bond (LLTB), Watermaatschappij Limburg (WML), Provincie Limburg en grondeigenaren. We willen dit samen met de omgeving oppakken.