Directzaai in groenbemester


Directzaai in een groenbemester werkt goed tegen erosie en afstroming water omdat aanwezige gewasresten op de akker blijven liggen en de bodem beschermen. Er treedt daardoor ook nauwelijks tot geen slemp op. Het bodemleven wordt niet verstoord en kan zich optimaal ontwikkelen. Vooral ook omdat er voldoende aanvoer is van gewasresten.

Hoe werkt het

De wormgangen blijven intact waardoor de infiltratiecapaciteit niet wordt aangetast. Wel ontbreken er grote luchtige poriën in de bodem, waardoor de eerste neerslag minder snel door de bodem wordt opgenomen.

Bij directzaai wordt geen hoofdgrondbewerking en zaaibedbereiding uitgevoerd. Er wordt dus in onbewerkte grond direct in de afgestorven resten (al dan niet geklepeld) van de groenbemester gezaaid. Bij de inzaai van de groenbemester in de voorafgaande zomer of najaar vindt meestal wel een niet kerende bewerking plaats en worden eventueel sporen en storende lagen opgeheven. De aandacht voor de grondbewerking verschuift van voorjaar naar het moment van inzaai van de groenbemester in voorafgaand jaar.

Effectiviteit

• Waterkwantiteit: Door toepassen directzaai in groenbemester wordt bodemverlies voorkomen, afhankelijk van gewas en methode bedraagt dit 40 tot 90%. Beperking van waterafvoer liep bij de directzaai van bieten in groenbemester op tot circa 50%. Bij mais werd er niet altijd een verschil in waterberging geconstateerd.
• Waterkwaliteit: Door minder waterafvoer vindt er ook minder afspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen plaats.

Kosten

Investering: € 2000,- tot € 4000,- voor aangepaste zaaikouters. Vanwege toepassing NKG zijn in Zuid Limburg de meeste zaaimachines al uitgerust met schijfkouters. Direct zaai levert besparing op werkgangen (tijd en brandstof) voor zaaibedbereiding.

Aandachtspunten

• Bij toepassing direct zaai is de kwaliteit van de ondergrond van belang, deze mag geen belemmerende lagen bevatten.
• De groenbemester moet voldoende afgestorven en eventueel verkleind zijn om in te kunnen zaaien.
• Bij niet kerende grondbewerking en het gebruik van zaai- of plantmachines die ontworpen zijn om door gewasresten heen te snijden, kan gebruik gemaakt worden van zgn “row cleaners” die vóór zaai- of plantkouter gewasresten uit de plant- of zaaivoor poetsen. Zeker als de groenbemester geklepeld of gemaaid is.
• Als de groenbemester nog te groen is en/of er veel onkruiden voorkomen zal het nodig zijn om deze chemisch aan te pakken met bijvoorbeeld glyfosaat om problemen in de volgteelt te voorkomen. Er moet voldoende tijd zitten tussen bespuiting en zaaien om schade aan kiemplanten door glyfosaat te voorkomen.
• Het niet bewerken van de groenbemesters kan ziekten en plagen in de hand werken, zoals bijvoorbeeld slakken.
• Het toepassen van organische mest in het voorjaar is in een directzaai systeem niet mogelijk. Bij mais wordt de bodem dan deels bewerkt door te kiezen voor striptill. Dit kan in combinatie met het toedienen van mest in de rij. De kans op verdichting door zware machines neemt dan wel toe.

Implementatie

Directzaai is een systeem dat nog weinig wordt toegepast. Met vernieuwde zaaimachines wordt het sporadisch opgepakt. De bodemcondities bepalen of dit haalbaar is. Risico’s voor opbrengstderving en vraatschade door slakken weerhouden de praktijk om dit uit te voeren.

Neveneffecten op productie

Opbrengstderving: zowel bij suikerbieten als snijmais werd bij directzaai een opbrengstderving tot 5% geconstateerd.

Neveneffecten op omgeving

Gewasdiversiteit, groen houden van percelen en biodiversiteit.


Type maatregel:

perceel

Waarom deze maatregel?

Infiltratie bevorderen en waterkwaliteit verbeteren

Gewassen:

Suikerbieten en snijmais

Wanneer neem je deze maatregel?

Tijdens de teelt