Zoeken - Zoekresultaten
Een deel van de kracht van 'Ruimte voor de Rivier’ zit in het feit dat daling van de waterstand tot vele kilometers bovenstrooms doorwerkt. Als voorbeeld: de nevengeul bij Ooijen-Wanssum heeft nog een (klein) effect op de waterstanden bij Roermond. Dit komt doordat het verhang (steilheid) van de Maas hier klein is. De beken in Limburg zijn veel steiler. Daardoor is het effect met name lokaal merkbaar. Een maatregel als het verruimen van rivieren om waterstanden in Valkenburg te beïnvloeden, kan het beste in Valkenburg worden getroffen. Bij de Maas kun je een maatregel treffen benedenstrooms van een stedelijk gebied. Maar, extra ruimte voor de Limburgse beken is altijd positief voor het verminderen van overlast. Ook dit werkt het programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL) nog verder uit.
Ja, dit is berekend voor twee kleine stroomgebieden (gebieden waar het water afstroomt naar zijbeken) van de Geul. Er is aangenomen dat al het akkerland in dat stroomgebied wordt omgezet naar grasland.
Inzet van bruinkoolgroeves is niet onderzocht. Extra water opvangen in het buitenland bij de Geul en Roer is positief voor het verminderen van een overstroming in Limburg. Dit kan op allerlei manieren, waaronder retentievoorzieningen of verandering van landgebruik. Dit is nu als principeberekening opgenomen. Met de aanname dat er in de Belgische bovenloop van de Geul 5 of 10 mm extra neerslag per dag kan worden opgevangen. Op welke manier dan ook. De mogelijkheden voor maatregelen in het buitenland worden samen met de buitenlandse partners bekeken. Dit gebeurt vanuit het programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL).
Nieuwsservice 19 oktober 2023
Nieuwsservice 19 oktober 2023
Nieuwsservice 19 oktober 2023
De watersysteemanalyse richt zich op de stroomgebieden van de drie grote beken in Limburg: de Roer, de Geleenbeek, en de Geul. De focus ligt in eerste instantie op de gebieden die in juli 2021 te maken hebben gehad met wateroverlast. De inzichten die uit de watersysteemanalyse komen worden meegenomen naar de rest van Limburg, of als vertrekpunt van verdere vervolgstudie.
Nieuwsservice (W) 13 juni 2024
Nieuwsservice 16 mei 2024
De eerste fase van de watersysteemanalyse bestond uit vier casestudies, waarbij is ingezoomd op vier locaties die in 2021 zijn overstroomd, maar die een zeer verschillende problematiek kenden. De bevindingen zijn eerder gerapporteerd vorig jaar mei 2022.
De tweede fase bestaat uit de watersysteembrede analyse. Bij de analyse is gekeken naar de afvoer en de waterstanden in en langs de Geul, Geleenbeek en de Roer. Voor twee kleine zijbeken van de Geul is een gedetailleerde analyse uitgevoerd naar het oppervlakkig afstromen van regenwater en de invloed van het landgebruik daarop. Ook is gekeken naar de opgetreden schade langs de drie beken en de kans op slachtoffers. En er is een korte evaluatie uitgevoerd voor incidenten die zijn opgetreden aan waterkeringen langs de Maas. Er is één hoofdrapport, waarin alle conclusies en aanbevelingen worden beschreven. Hiervan is ook een samenvatting beschikbaar. Het hoofdrapport en de samenvatting staan op de website www.waterschaplimburg.nl/resultaten-watersysteem-deltares
Voor elk van de onderliggende onderwerpen is ook een uitgebreid achtergrondrapport gemaakt, waarin de methode en resultaten van dat onderdeel worden beschreven. Dit zijn erg technische rapporten. Deze kun je opvragen bij via contactadres [email protected].
De gebieden waar de watersnood in juli 2021 het hevigst was, krijgen voorlopig prioriteit. In zijn algemeenheid zijn dat de stroomgebieden van de Geul, de Geleenbeek en de Roer. Daarnaast wordt in de hele provincie doorlopend gekeken op welke locaties er een relatief grote kans is op wateroverlast, en hoe we dat kunnen verbeteren. Dit doet het waterschap standaard al, dus dat staat los van de wateroverlast van juli 2021.
In het onderzoek is berekend wat er gebeurt als óveral 5 of 10 mm water per dag extra wordt vastgehouden. Dus, in het landelijk gebied én het stedelijk gebied. Stedelijk gebied is niet apart onderzocht. De studie voor twee kleine stroomgebieden (gebieden waar het water afstroomt naar zijbeken) van de Geul laat zien dat ook in het bebouwde gebied veel afstroming van water plaatsvindt. En, dat een deel van de afstroming van het water al werd opgevangen in de nu al aanwezige regenwaterbuffers.
De afvoer zou hoger zijn geweest, als de regen die in de Ardennen viel, in het stroomgebied van de Geul was gevallen. Dan zou er ook meer overlast zijn. De kans op extreme regenval in de Ardennen is groter vanwege het bergachtige terrein. Het is niet onmogelijk dat Limburg of andere delen van Nederland hier in de toekomst mee te maken krijgen. In dit onderzoek is niet onderzocht wat de gevolgen zijn als dit zou gebeuren.
Deltares heeft onderzocht wat het effect zou zijn wanneer 5 tot 10 mm neerslag per dag extra zou kunnen worden geborgen. Het gaat daarbij om de infiltratie (intrekken van water in de grond) in het hele gebied, ook op de hellingen en plateaus. In de studievoor twee kleine stroomgebieden (gebieden waar het water afstroomt naar zijbeken) van de Geul is geprobeerd gevoel te krijgen van de omvang van de maatregelen die hiervoor nodig zijn. Daarbij is gekeken naar het effect van het omzetten van akkers naar grasland. En, naar het veranderen van gangbare landbouw naar duurzame akkerbouw. Omzetten van akkerland en grasland naar bos is niet onderzocht.
Meer zoeken
Via onderstaande sites kunt u meer overheidsinformatie vinden.